Home / Onze verhalen / De strijd tegen imitatieproducten op de Cariben

De strijd tegen imitatieproducten op de Cariben

Je zou niet denken dat grote merkhouders zich bekommeren om mogelijke merkinbreuk op zo’n kleine afzetmarkt als die van Curaçao. Dat is de gedachte die ik althans had, toen ik ruim een jaar geleden begon met mijn beroepsopleiding bij VANEPS. Ik dacht dat het praktijkgebied merkenrecht voor het merendeel bestond uit het inschrijven van merken bij het Bureau Intellectueel Eigendom. Niets bleek minder waar.

Daar stond ik opeens, op een zondagavond, als een soort undercover-agent in een lokale toko om de rechten van een cliënt te waarborgen. Het zoeken in de schappen naar het product, foto’s maken, inzage krijgen in het handelsregister en het maken van een zogenaamde trap-purchase; het kwam er allemaal bij kijken.

 

Onze cliënt in deze zaak is de merkhouder van een wereldwijd bekend huishoudproduct. Wij werden benaderd, omdat de cliënt informatie had gekregen dat een tweetal toko’s op Curaçao namaakversies van zijn producten verkocht.

 

De tweede stap was het opstellen van een sommatiebrief, waarin aan de overtreder werd verzocht om de inbreuk die gemaakt werd op de rechten van onze cliënt zo snel mogelijk te staken. Vervolgens moest de deurwaarder geïnstrueerd worden deze brief zo snel mogelijk aan de toko-eigenaren te betekenen.

 

Kort daarna kregen wij tot onze verbazing bericht van de deurwaarder dat één van de toko-eigenaren weigerde de sommatiebrief aan te nemen. De andere toko-eigenaar nam wel direct contact met ons op en verleende volledige medewerking. Helaas hadden zij echter geen informatie omtrent de afkomst van de imitatieproducten. Volgens de eigenaar van de toko hadden zij de producten heel goedkoop ingekocht bij een man van Chinese afkomst, die met een bus langskwam om het te verkopen. Er was daardoor ook geen factuur of andere informatie over de verkoper van de imitatieproducten.

 

Een paar weken later kregen wij, na het versturen van een strenge herinneringsbrief, ook bericht van de eigenaar van de toko die de sommatiebrief in eerste instantie niet had aangenomen. Ook zij haalden alle imitatieproducten uit de schappen, maar konden ons evenmin iets vertellen over de afkomst van de imitatieproducten. De enige informatie die zij voor ons hadden was dat het heel goedkoop bij iemand van Venezolaanse afkomst was ingekocht.

 

Terwijl deze zaak op Curaçao speelde, werd onze cliënt door de Arubaanse autoriteiten benaderd, omdat zij daar een container met – naar hun mening – imitatieproducten van onze cliënt hadden onderschept. Na onderzoek bleken de producten inderdaad nep te zijn en ook daar begon de zoektocht naar de importeur/leverancier die zich hieraan schuldig had gemaakt.

 

Helaas is de handel in nagemaakte goederen een veelvoorkomende praktijk hier op Curaçao. Veel toko’s kopen hun producten in bij onbekende verkopers, waar zij geen bestendige relatie mee hebben, om een zo laag mogelijke prijs te betalen. Deze praktijk faciliteert de handel in imitatieproducten en maakt het heel moeilijk om de afkomst van deze namaakproducten te achterhalen.

 

Dit maakt merkenrecht een heel dynamisch en interessant rechtsgebied, dat ook op onze kleine Nederlandse Caribische eilanden erg leeft. In tegenstelling tot wat ik dacht, willen zij geen precedent scheppen dat in bepaalde jurisdicties inbreuk op hun merk ongestraft blijft. Voor mij is dat alle motivatie om mij te blijven inzetten in deze interessante praktijk.