Home / Onze verhalen / Joep Meloen

Joep Meloen

Willie: Hoeveel wil je betalen?
Joep Meloen: Ik dacht… eh… 5.000 gulden.
Willie: Wat?! 10.000 gulden.
Joep Meloen: Da’s wel een hoop geld.
Willie: Voor minder doe ik het niet. Ik heb een reputatie.
Joep Meloen: Ach… ik heb een Peugeot… gehad.

 

Zo verliepen ongeveer de onderhandelingen tussen Joep Meloen en Willie in ‘Ik ben Joep Meloen’, de film uit 1981 met André van Duin in de rol van Joep Meloen. Voor wie het niet (meer) weet: Willie was geen advocaat, maar ‘beroepsgangster’.

 

Op 16 juni 2016 presenteerde de Nederlandse Orde van Advocaten een nieuwsbrief-special gefinancierde rechtsbijstand. De Orde neemt de gepresenteerde kabinetsmaatregelen de maat en komt tot het oordeel “desastreus voor zowel rechtzoekenden als sociaal advocaten. Zo wordt het jaarlijks maximaal te declareren puntenaantal voor meer dan de helft gehalveerd van 2000 naar 900 punten”. Iets voor meer dan de helft halveren is onmogelijk, maar het drukt mooi uit dat wat het Nederlandse kabinet doet, ook niet kan.

 

Ook in de Cariben is de voorziening voor gefinancierde rechtsbijstand een punt van zorg. Wij hebben op Curaçao al jaren onze eigen 900 puntengrens. Dat wil zeggen, advocaten die op Curaçao gefinancierde rechtsbijstand leveren, krijgen daarvoor 900 gulden per zaak. Dat bedrag is in 1994 vastgesteld en sindsdien niet geïndexeerd. Voor strafzaken gelden enige kleine toeslagen. Voor bijstand tijdens inverzekeringstelling: 150 gulden. Voor bijstand tijdens voorlopige hechtenis 300 gulden, maar als de zaak op zitting komt, dan wordt die 300 gulden weer in mindering gebracht op de 900 gulden. Voor rechtsbijstand bij verhoren, waar een verdachte volgens de Hoge Raad (ook op Curaçao) sinds maart 2016 recht op heeft, is geen vergoeding vastgesteld. Op Aruba en Sint Maarten geldt hetzelfde. In Bonaire, Sint Eustatius en Saba is de regeling onlangs iets verbeterd.

 

Die vergoeding is uiteraard (al vele jaren) niet toereikend om er kostendekkende hoogwaardige rechtsbijstand mee te financieren. Met andere woorden, advocaten financieren goede gefinancierde rechtsbijstand met name zelf. Dat gaat zo niet langer. De advocaten op Curaçao hebben daarom onlangs drie dagen het piketwerk neergelegd om een hogere vergoeding af te dwingen. Daar is de nodige bekendheid aan gegeven, zie bijvoorbeeld https://flex-site.com/ordevanadvocaten-staking. Verder zijn er in de Nederlandstalige en in de Papiamentstalige dagbladen advertenties verschenen om aan te kondigen dat er voor diegenen die zich gedurende de stakingsperiode van 16 tot en met 19 juni 2016 onder verdenking van een strafbaar feit zouden plaatsen, geen pro-deoadvocaat beschikbaar zou zijn. Die aankondigingen hebben voor wat betreft het aantal misdrijven dat in die periode gepleegd werd, het effect gehad dat criminologen hadden kunnen voorspellen: geen enkel.

 

Maar voor de advocaten zit er nu toch wat in het vat: per begin 2017 gaat de vergoeding waarschijnlijk naar 1800 gulden per zaak en worden ook de toeslagen in strafzaken verhoogd. Voor verhoorbijstand wordt dan 450 gulden per verhoor toegekend. Het ziet er naar uit dat op Aruba en Sint Maarten dezelfde veranderingen zullen worden doorgevoerd. De Orde van Advocaten Curaçao spant zich in om het bedrag van 1800 per eind 2017 naar 2500 gulden per zaak te verhogen, maar nu al is de vergoeding – om aan te sluiten bij de woorden van de Nederlandse Orde van Advocaten – met meer dan 100% verdubbeld. Nederland en de Caribische landen zijn voor wat betreft de gefinancierde rechtshulp niet waar zij zouden moeten zijn, maar ze lijken elkaar onderweg tegen te komen, rennend in tegengestelde richtingen.

 

Op Curaçao bestond er over het algemeen begrip voor de acties, maar niet bij Joep Meloen, die een nieuwsbericht erover van commentaar voorzag:

 

Joep Meloen

 

Wat zal ik zeggen? We hebben een reputatie. En Joep Meloen heeft een Peugeot… gehad.